Floris V
Hij is pas twee als z'n vader sterft, dus Florisje wordt graaf
Holland en Zeeland zijn nu van hem, zijn oom is nog tien jaar de baas
Eindelijk twaalf hij mag aan de slag, ook Friesland wordt van hem
Floris regeert nu het halve land met zachte hand en vaste stem
Refrein:
Wat doe jij als graaf van twaalf?
Geniet je van je macht?
Spring je op je gouden bed?
Praal je met je pracht?
Strijd je tegen hongersnood?
of klier je met je knecht?
Wacht je tot je volk zeurt?
Of vecht je voor hun recht?
Graaf Floris beschermt alle boeren goed, zij zien hem als hun vriend
De edelen balen van wat hij doet, want Floris steunt de adel niet
Hij wordt steeds groter in naam maar ook in daad, de adel zint op wraak
Zij wil meer macht en meer geld en roem. Ach ja, zo ging dat vroeger vaak
Refrein:
Wat doe jij als graaf van twaalf?
Geniet je van je macht?
Spring je op je gouden bed?
Praal je met je pracht?
Strijd je tegen hongersnood?
of klier je met je knecht?
Wacht je tot je volk zeurt?
Of vecht je voor hun recht?
Hij bouwt een huis op zijn land, zo groot, Kasteel het Muiderslot.
De adel die vindt het nu echt genoeg, weg met 'der keerlen god'
De edelen stoppen hem weg in zijn kasteel, ze sluiten Floris op
De boeren verzinnen een prachtig plan, maar zijn ontsnapping wordt een flop.
Refrein:
Wat doe jij als graaf van twaalf?
Geniet je van je macht?
Spring je op je gouden bed?
Praal je met je pracht?
Floris die slaat op de vlucht
zijn paard valt in een sloot
vluchten kan hij dan niet meer
wordt door een zwaard gedood
Wat doe jij als graaf van twaalf?
Tekst: Margot Verbaarschot / Marieke Lustenhouwer
Muziek: Majel Lustenhouwer