V.O.C.
Met fregatten en galjoten
naar de kleine factorij.
Om de pakhuizen te vullen
met tabak en specerij.
Naar Ceylon en zelfs naar China,
maar naar Indië het meest.
Schepen varen naar het oosten.
Schipperen met handelsgeest.
Maanden zien zij enkel water
als zij varen op het tij.
Vaak tot wanhoop toe gedreven:
stormen, scheurbuik, muiterij.
Tot vanuit de kraaiennesten
wordt geroepen: 'land in zicht!'
En het zeilschip in Batavia
veilig in de haven ligt.
Refrein:
Vaar je mee
met de VOC
naar verre vreemde landen.
Naar gebieden overzee.
Het teken van de Republiek:
een grote zilvermeeuw.
Een land van handelaren
vaart door de Gouden Eeuw.
Om de Kaap en naar het oosten.
Op de vaart wordt toegezien
door een aantal handelskamers.
Door de Heren Zeventien.
Schepen varen t'rug naar Holland
met een ruim vol kleur en geur.
Bantam moet zich onderwerpen
aan de blanke gouverneur.
Refrein 2x
Over dit liedje
Tekst: Marian van Gog
Muziek: Majel Lustenhouwer